Hij was een dwarse jongen met lang haar,
en bleef zijn leven vullen met verachten.
Hij meende dat hij niets meer kon verwachten
van school en universiteit of waar
de mensen hem voor onderwijs ook brachten.
Hij ging zijn eigen weg en geen gevaar
werd door de jongeman erkend, vandaar
dat hij intens naar roes en sterven smachtte.
Toen was daar plotseling een vuistdik boek
waar alles wat hij was in werd beschreven:
melancholieke jongeling op zoek
naar zin en schoonheid in zijn grauwe leven.
Hij droomde dat hij rondreed in een Snoek,
die Erwin hem als erfstuk had gegeven.
Robert Eksteen, 30 januari 2011
Beste Robert, wat een fijn gedicht!
BeantwoordenVerwijderenRoberto, ik ben zeer ontroerd en ook getroffen door de technische schoonheid van je sonnet. 't Is dat ik zelf in mijn auto begraven wil worden, anders zou ik aan je denken, binnenkort.
BeantwoordenVerwijderenAdembenemend mooi, ik wou dat ik het ook kon.
BeantwoordenVerwijderenVergeef me mijn onnozelheid, maar een Snoek is een Citroën, right? Als Vlaming (nou ja, Limburger...) dacht ik meteen aan de dichter Paul Snoek, die zich in een rode sportwagen te pletter heeft gereden.
(Jos Vos)
Een Snoek, ook wel Strijkijzer genaamd, is de bijnaam voor een Citroën ID/DS. In Amsterdam zie je daarvan nog onwaarschijnlijk veel rijden. In Nederland zijn er tientallen gespecialiseerde garages voor dat model auto, waarmee je bij een gewone garage, en met name bij een Citroën-garage, beter niet kunt binnen rijden.
BeantwoordenVerwijderenBij mijn weten heeft Meijsing (waarmee uitdrukkelijk niet zijn zuster wordt aangeduid) in twintig jaar vier verschillende types DS bereden, en wel op lange reizen.
Helaas voor Robert Eksteen rijdt de auteur de afgelopen twintig jaar in verschillende types Citroën CX (Prestiges, met name), die in de volksmond ook wel 'Haai' zijn genoemd, of, op zijn Italiaans, Squalo.
Een Citroën-liefhebber die ook wel eens een boek leest