maandag 23 mei 2011

Bob en Eefje

Een meisjesleven, blz. 120-121 : ‘Een van deze efemere genootschappen waarvan Tony en Erik ook lid waren in een bestuursfunctie […] had een plechtigheid te verrichten op een braakveldje tegenover het Amsterdamse CS […]. Op rekening van de drukker van het sekstijdschrift hadden Tony en Erik jacquets met hoge hoeden gehuurd. Ikzelf had voor de plechtigheid een bont zwart jurkje met zwarte kousen aangetrokken. Tegen de sneeuw was dit hele gezelschap gewapend met zwarte paraplu’s. Er was een rondvaartboot afgehuurd, en aan boord werd veel gedronken. De plechtigheid zelf duurde heel kort en was zeer stemmig: er werden kelen geschraapt voor de microfoon, speeches uitgewisseld, beschaafd geapplaudisseerd, glazen geheven en tot slot werd er door een in overall gestoken dichter een herinnering begraven in de ten behoeve van het metrostation omgewoelde en bevroren aarde.’

De gebeurtenis die Eefje hier beschrijft is de oprichting van het Bob Evers Genootschap op woensdag 6 december 1972. Een paar jaar geleden gaf bestuursvoorzitter Peter J. Muller (voormalig uitgever van het door Eefje genoemde ‘sekstijdschrift’ Candy) het volgende retrospectieve verslag van de oprichting, in een toespraak ter gelegenheid van het vijfendertigjarig bestaan van het genootschap: ‘Maar ik dwaal af, en ik neem u weer aan de hand, terug in de tijd naar die druilerige woensdag in december 1972, aan het einde van de middag, waarop het voltallig in rokkostuum gestoken Bestuur, samen met een lichtelijk aangeschoten Willem W. Waterman, gekleed in legerjas en schipperspet, bijeenkwam in café „De Oude Wester” […] van waaruit wij dan per speciaal voor dit doel gecharterde rondvaartboot richtings CS voeren, waarna wij te voet, wadend door de modder, ons begaven naar de plek waar het Noord-Zuidhollands Koffiehuis had gestaan, om aldaar […] een metalen koker in de grond te begraven met daarin de statuten van het Genootschap alsmede persoonlijke documenten van de bestuursleden en van Willem zelf. De kuil werd gegraven door de in overall en kaplaarzen gestoken Jaap Verduijn van het Nieuwsblad van de Boekhandel en Uitgeverij’.

Tony Mascini en Erik Provenier zijn, zoals we inmiddels weten, de literaire pendanten van Frans Verpoorten jr. en Geerten Meijsing. Keith Snell, eveneens bestuurslid van het genootschap van het eerste uur, treedt in het Provenier-universum op als Kanger maar ontbreekt nog in Een meisjesleven en is dus ook afwezig in Eefjes verslag van de oprichtingsbijeenkomst. Dat hij daar wel degelijk bij was blijkt uit de foto’s die zijn opgenomen in de Bob Evers Nieuwsbrief nr. 30 van januari 2008, waarin ook de feestrede van Peter J. Muller staat waaruit ik zojuist citeerde. Een van deze foto’s is Joyce & Co-lezers welbekend: die op de veertiende pagina van het eerste fotokatern in Werkbrieven 1968-1981, foutief gedateerd als ‘6 december 1975’. Maar zie bij voorbeeld ook deze foto, genomen op de rondvaarboot:


v.l.n.r.: Peter J. Muller, Gerard Bernard (eigenaar van de kroeg P-83), Keith Snell, Willem van den Hout en de (toenmalige) vriendin van Frans Verpoorten jr.’

Jawel, daar zit ze in het hoekje van de foto: Eefje!

Jack van der Weide

2 opmerkingen:

  1. Jack van der Weide24 mei 2011 om 08:40

    Voor alle duidelijkheid: het onderschrift bij de foto op de rondvaarboot is eveneens afkomstig uit de Bob Evers Nieuwsbrief nr. 30.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. De hoogste tijd om na iets meer dan dertig jaar de identiteit te onthullen van het meisje wier beeltenis de achterkant van Een meisjesleven siert, om voor eens en altijd een eind te maken aan alle speculaties daaromtrent. De vrouwspersoon die daarop én op bovenstaande foto te zien is, was niet alleen de toenmalige vriendin van Frans Verpoorten, maar ook en vooral de latere vriendin van Geerten Meijsing: Hetty van den Berg.

    Wat de identiteit van de auteur betreft: de hypererudiete uitgever in ruste Theo Sontrop vertelde mij onlangs, dat Aad Nuis destijds vrijwel direct doorhad dat het Geerten Meijsing was die zich achter het pseudoniem Eefje Wijnberg verschool, maar dat hij dit niet openbaar durfde te maken, nadat Sontrop hem gezegd had dat hij zich dan "onsterfelijk belachelijk" zou maken...

    BeantwoordenVerwijderen