Het Lexicon van Literaire Werken (LLW) is een losbladig naslagwerk waarin de belangrijkste literaire werken van deze eeuw worden besproken. Doelgroepen zijn, volgens de informatie van de uitgever:
1. Studenten Nederlands aan HBO- en WO-opleidingen (ter voorbereiding op tentamens, als informatiebron bij het schrijven van nota’s en scripties).
2. Docenten Nederlands aan HBO- en WO-opleidingen (ter voorbereiding op colleges, werkgroepen en af te nemen tentamens).
3. Literatuurwetenschappers (als naslagwerk met basisinformatie).
4. Docenten Nederlands in het VO (ter voorbereiding op literatuurlessen en af te nemen tentamens).
5. Middelbare scholieren (als informatiebron voor werkstukken, ter voorbereiding op spreekbeurten en schoolonderzoeken).
6. Literatuurliefhebbers, in de brede zin des woords (als algemeen naslagwerk).
Kortom, als lezers op zoek zijn naar informatie over specifieke literaire werken, dan komen ze niet zelden bij het LLW uit.
Komt er werk van Meijsing in het LLW aan de orde? Natuurlijk! In augustus 1996 verscheen een bijdrage over Altijd de vrouw door Koen Vermeiren, in november 1996 gevolgd door een bespreking van Veranderlijk en wisselvallig door dezelfde auteur. In februari 2000 waagde Paul van Aken zich aan Erwin, en in september 2010 heb ik zelf Dood meisje onder handen genomen. Tussen mes en keel is in voorbereiding (auteur mij onbekend).
De besprekingen in LLW kennen altijd min of meer dezelfde opbouw. Na wat informatie over de achtergronden en het uiterlijk van het werk volgt een samenvatting van de inhoud, een uitgebreide paragraaf over de interpretatie van het werk (thematiek, opbouw en structuur van het boek, perspectief, stijl), opmerkingen over de context, en een korte waarderingsgeschiedenis. Afgesloten wordt met een lijst van relevante publicaties en recensies uit landelijke dagbladen en tijdschriften. De besprekingen beslaan in druk zo’n 10 pagina’s à 350 woorden.
Wie zich dus wat verder wil verdiepen in een van de hierboven genoemde werken van Geerten Meijsing doet er goed aan de betreffende bijdrage in het LLW (meestal wel te vinden in de universiteitsbibliotheek of de wat grotere openbare bibliotheek) te raadplegen. Het gevaar is natuurlijk dat opmerkingen in de besprekingen als absolute waarheden gaan gelden (‘Het thema van Dood meisje is …’), niet in de laatste plaats bij literatuurdocenten die het boek in kwestie zelf niet gelezen hebben. Maar dat nemen we dan maar op de koop toe.
Jack van der Weide
Daarentegen is de bespreking van 'Dood meisje' in Lexicon van Literaire Werken, van de hand van diezelfde Jack van der Weide, een van de beste analyses, vooral vormtechnisch gezien, van willekeurig welk Meijsing-boek ik ooit gelezen heb. Absoluut voorbeeldig!
BeantwoordenVerwijderenN.B.: die zuster van de schrijver moeten ze niet op televisie doen. Bovendien had haar moeder gelijk: de boeken van de zuster zouden het in de Libelle niet slecht doen, die van de broer - nou ja, ik hoef niet te prediken voor eigen parochie.