‘Sinds Wanja, onze correspondent in Lula, in zijn
boek beschreven had hoe zusje haar geliefde broer ’s ochtends komt wekken met
een limonadeglas vol bourbon, was hij op Jack Daniel’s overgestapt. Black Jack,
sour mash, dat was voortaan zijn merk.’
(Tussen mes en keel).
Afgelopen zaterdag overleed Nanne Tepper, die model stond voor Wanja in Tussen mes en keel. Meijsing en Tepper voerden in de tweede helft van de jaren negentig een bij tijd en wijle intensieve correspondentie, met soms meerdere brieven per week. Aanleiding tot de correspondentie was Teppers debuutroman De eeuwige jachtvelden (1995), door Meijsing in zijn allereerste briefje ‘een ontroerend boek’ genoemd. Tepper was op zijn beurt al langere tijd een bewonderaar van Meijsing – in zijn antwoordbrief noemt hij zich een ‘trouwe, kritische lezer en verzamelaar’ van diens werk.
De
eeuwige jachtvelden werd ook door de kritiek goed
ontvangen. De recensies varieerden van gematigd positief tot uiterst lovend. In
1996 ontving Tepper de Anton Wachterprijs, een tweejaarlijkse debutantenprijs;
Meijsing was aanwezig bij de uitreiking in Harlingen. In 1998 publiceerde
Tepper zijn tweede roman, De vaders van de gedachte, die eveneens positief
werd ontvangen en op de shortlist voor de Libris Literatuurprijs 1999 kwam te
staan. Tussendoor verscheen nog in beperkte oplage de novelle De avonturen van Hillebillie Veen, die
enkele jaren later opnieuw voor de handel werd uitgegeven. In 1999 zag ook een
Engelse vertaling van De eeuwige
jachtvelden het licht, The Happy
Hunting Grounds. Daarna werd het stiller rond Tepper; in 2008 bracht zijn
nieuwe uitgeverij De Bezige Bij De
lijfbard van Knut de Verschikkelijke uit, een verzameling teksten uit
vooral de jaren negentig.
In de roerige jaren 1996-1998 was de correspondentie
met Tepper voor Meijsing erg belangrijk. ‘Ik heb deze onverwachte brief
bevestigd aan mijn prikbord’, laat Meijsing in Tussen mes en keel Provenier opmerken over een brief van Wanja.
‘Hij had voor mij extra waarde omdat ik al mijn oude correspondenties had
afgebroken. Deze verwante stem uit Lula was balsem voor mijn ziel. Daar in het
hoge noorden werd een kaars voor mij gebrand. Er was nog iemand die aan mij
dacht.’
Het contact tussen beide schrijvers verslapte tegen het
einde van de jaren negentig, al bleef Tepper wel sporadisch in het werk van
Meijsing opduiken. Nog in 2010 schrijft laatstgenoemde in Literair 2011 (2 juli, voetnoot 1): ‘Sterfdag van Vladimir Nabokov
[…]. Mijn lievelingsboeken van hem zijn Speak,
Memory uit 1967, en Ada or Ardor: a Family Chronicle uit 1969.
Nanne Tepper deelt die voorkeur’.
De brieven van Meijsing aan Nanne Tepper zullen in
de loop van 2013 verschijnen bij de Statenhofpers, verzorgd door Taco de Kort
en ondergetekende.
Jack
van der Weide
Zijn deze brieven ook daadwerkelijk verschenen ?
BeantwoordenVerwijderenDe Koninklijke Bibliotheek heeft dit werk niet in haar bezit.
BeantwoordenVerwijderen