Een nooit verzonden brief met aanwijzingen voor de zetter betreffende een artikel in het tijdschrift Maatstaf.
Meijsing: "Die brief aan Sontrop is natuurlijk een onverstuurde brief, anders had ik hem niet meer - ik weet niet of een soortgelijke brief toen wel gepost is; we begrepen ook wel dat we Sontrop te vriend moesten houden."
Het gaat hier niet om een brief met aanwijzingen voor de zetter betreffende een artikel in het tijdschrift Maatstaf, maar om een brief met een lijst van ‘absurde en groteske zetfouten’ in het verhaal ‘L’Art ou les caresses’ in dat tijdschrift (no. 5/6, jaargang 25, mei/juni 1977, p. 103-115). Een prachtig document! De geconstateerde fouten zijn in Erwins echo alle gecorrigeerd. Is het tweede blad van de brief ook beschikbaar? Dan zouden we in ieder geval te weten kunnen komen hoe de laatste zin eindigt: ‘Tenzij u me kunt garanderen dat er in het vervolg meer aandacht aan onze inzendingen voor Maatstaf besteed zal worden, wil ik alle artikelen terugvragen die in portefeuille zitten, en zal ik de beloofde stukken liever opeten dan voor de’. Hoe het ook zij, al in november 1977 verscheen een nieuwe bijdrage van Joyce & Co in Maatstaf, het essay ‘Rolfiana & Hadriana’.
BeantwoordenVerwijderenVergelijk de rectificatie onderaan de Rasterpublicatie 'De tijd, de namen en de dingen' (VI/I, Lente 1972, p. 100): "Door een onvergetelijke (sic) nonchalance mijnerzijds (= Erwin Garden) staan er in het eerste deel van De tijd etc. een handvol typ- en drukfouten die als zodanig te ontmaskeren zijn en dus niet zo ernstig." Ook deze fouten zijn in Erwins echo rechtgezet. Mogelijk is het feit dat het in 'Rolfiana en Hadriana' genoemde artikel 'De nog lang niet afgelopen lastersage over Frederick William Rolfe' nooit is verschenen aan deze kwestie te wijten. Overigens, Meijsing is, drieëndertig lange jaren verder, nog steeds bevriend met Sontrop.
BeantwoordenVerwijderenMisschien is een soortgelijke brief vlak daarna toch op de bus gedaan. Immers, in de werkbrief van 28 juli 1977 staat te lezen: "(Geen nieuws van Droogkruis.)" Droogkruis is één van de namen waaronder Th. Sontrop in het werk van Meijsing voorkomt, een andere is Kolonel Ogtrop.
BeantwoordenVerwijderen@ Timo - Dat zou heel goed kunnen, dat een soortgelijke brief toch is verstuurd. Gezien de voorafgaande zin in de werkbrief van 28 juli 1977 ('Ik zal proberen Douglas te absolveren en liefst nog een derde Brief klaar te hebben') denk ik echter dat het in dit verband om een brief over de Venetiaanse brieven gaat. De eerste Venetiaanse brief was in april 1977 in Maatstaf verschenen, de derde zou daar in juli 1979 gepubliceerd worden. In 1977 en 1978 ging het overigens uitstekend tussen Joyce & Co en Maatstaf: er verschenen zes teksten in het tijdschrift.
BeantwoordenVerwijderenJack vd Weide: Het tweede blad heb ik niet van Meijsing mogen ontvangen.
BeantwoordenVerwijderenTheo Sontrop is tegenwoordig mijn bijna buurman.
BeantwoordenVerwijderenVan de week nog een lekker glas bij hem gedronken.
Ik zal de brief overhandigen.
Berend J Hazenberg
Vlieland
Desgevraagd laat de zelfverklaarde digibeet Sontrop mij zojuist telefonisch weten, dat hij zich niet kan herinneren destijds een dergelijke brief te hebben ontvangen.
BeantwoordenVerwijderen@ Berend J Hazenberg: alvast dank voor het bezorgen van een kopie van de scan van deze onverstuurde brief.