zaterdag 20 november 2010

Kuifje (3)

Uit het interview van Lidy van Marissing met Geerten Meijsing en Kees Snel in de Volkskrant, 13 mei 1972: “Aan de moderne Nederlandse literatuur besteden ze weinig tijd. Als twee belangrijke auteurs noemen ze Hergé (Kuifje) en Willy van der Heide.” In de jaren zeventig was het bon ton om het werk van Joyce & Co in verband te brengen met “Kuifje en de Rolling Stones”. Niet dat dat werk daar in overdreven mate aanleiding toe gaf, maar het bekte wel lekker (het leek sámen haast de naam van een band, analoog aan ‘Long Tall Ernie and the Shakers’ of ‘ZZ en de Maskers’) en vormde een mooi contrast met de overvloedige verwijzingen naar alle ‘hoge’ kunst en literatuur. En laten we niet vergeten dat een personage uit een Kuifje-verhaal in Erwin inderdaad een opvallende rol speelt: dokter Müller. Müller is een personage uit De zwarte rotsen (L’Île noir), een verhaal uit de late jaren dertig waarvan in 1946 de eerste Nederlandstalige albumuitgave verscheen. In 1966 werd een volledig hertekende versie van het verhaal uitgebracht.













Ik zal hier niet de bestaande en mogelijke dwarsverbanden herhalen tussen De zwarte rotsen en de scènes met dokter Müller uit Erwin. Wel wil ik nog één aspect eruit lichten. In Erwin is op pagina 202 sprake van “het smeedijzeren permanenten hek met de koperen plaat dr. J.W. Müller”. Dit hek is rechtstreeks terug te vinden in De zwarte rotsen – in de hertekende versie van 1966. Dit is opvallend omdat Meijsing groot moet zijn geworden met de oorspronkelijke versie van 1946, waar de koperen plaat de tekst “J.W. Müller M.D.” bevat. We zouden derhalve kunnen concluderen dat voor Erwin een andere versie van De zwarte rotsen is geraadpleegd dan die uit Meijsings jonge jaren en dat we hier te maken hebben met een geval waar juist níet de eigen, in meer of mindere mate vertekende, herinnering als bron wordt gebruikt (cf. mijn vorige bijdrage over Kuifje op deze weblog).







































Op zoek naar verwijzingen bij Meijsing naar Kuifje in het algemeen en De zwarte rotsen in het bijzonder stuitte ik overigens nog op een tot nu toe vrijwel onbekende publicatie over Erwin. Het betreft een artikel in het blaadje Wereld-Nonsens, dat in 1977 werd opgericht door enkele Nederlandse Kuifje-afficionado’s. In nummer 3 (1978) publiceerde Har Brok een systematische analyse van de rol van dokter Müller in Erwin aan de hand van De zwarte rotsen, waarbij hij passages uit de roman illustreert met behulp van het Kuifje-verhaal. Brok: “Het blaadje Wereld-Nonsens was indertijd een speelse privé-uitgave. Nog vóór de tijd van de computers, ik geloof dat het kopieerapparaat toen net uitgevonden was.” Wellicht heeft hij bij zijn analyse gedacht, met Kuifje (enkele pagina’s eerder in De zwarte rotsen): “Ik, die verzot ben op puzzles! Dat is een kolfje naar mijn hand! Aan het werk!...”. Hoe het ook zij, Brok was met zijn artikel wel de eerste, bij mijn weten, die zo uitgebreid op een losse scène uit een boek van Meijsing inging. En dat verdient lof, ook al is het tweeëndertig jaar na dato.

(wordt vervolgd)

Jack van der Weide (met dank aan Har Brok)

1 opmerking: