5 October 2007
Het vliegtuig had de Schrijver tijdelijk thuisgebracht,
maar zijn CX stond veilig in een verre loods.
Ik heb hem er naartoe gereden, en daarna
op ’t pennenlikken van de ambtenaar gewacht.
Uiteindelijk in zijn huis boven de trambaan-laan
dronken we iets, en heb ik hem gelukgewenst.
Hij was het voor het eerst in al die tijd vergeten:
‘Ach! Erwindag!’ Hij keek me stomverwonderd aan.
Al die jaren sedert ‘72
had hij die dag gepast in weemoed doorgebracht:
een weemoed die door drank en dochter werd verzacht.
Het weer was bijna goed: misschien al iets te koud.
Hoe vierden we dit mythisch en vermanend uur?
Hij lachte plots: hij had nog wat in de frituur.
Pasquale van Bemel
Complimenti, Pasquale! Welk hoofdstuk lezen we vandaag?
BeantwoordenVerwijderenPassim. Binnenkort neem ik de hele trilogie mee op een verre en lange reis.
BeantwoordenVerwijderenPasquale
Stelling: de Praemissa is geschreven door Keith Kanger Snell.
BeantwoordenVerwijderenDat lijkt mij zeer onwaarschijnlijk. Waarop baseert u dat?
BeantwoordenVerwijderenOp de Werkbrief van 30 januari 1974 waarin Keith rept van "mijn ontwerp voor het 'Voorwoord van de auteur'".
BeantwoordenVerwijderenMaar in diezelfde 'Werkbrieven' is als ik me goed herinner een terugkerend thema, dat Keith, in een actieve en assertieve bui, 'ook wel eens wat wil schrijven (zie bijv. pg 13), maar dat het eigenlijke schrijfwerk altijd door Meijsing wordt gedaan.... Misschien kan de auteur, als hij meeleest, reageren?
BeantwoordenVerwijderenDe Schrijver, op heden verstoken van e-mail, laat mij desgevraagd weten hierop nog te zullen reageren, maar ik van mijn kant acht het nagenoeg uitgesloten dat Keith dat Voorwoord zelf geschreven heeft.
BeantwoordenVerwijderenToen ik Erwin voor het eerst las (en Nederlands studeerde), meende ik duidelijke stijlverschillen te herkennen doorheen het boek. Nu, bij herlezing is me daarvan veel minder opgevallen. Het zal wel aan mijn koortsige fantasie van toen hebben gelegen.
BeantwoordenVerwijderenJouw intuïtieve doorzicht was volgens mij juist, Roberto. In Erwin komt inderdaad een veelheid van stijlen voor, op de keper beschouwd net zoveel stijlen als er auteurs wedijverend nagebootst worden.
BeantwoordenVerwijderenIk vind vooral het verschil in sfeer tussen de eerste twee delen van de trilogie enerzijds en Cecilia anderzijds opvallend, hetgeen waarschijnlijk toe te schrijven is aan het feit dat Keith Kanger Snell tijdens het schrijven van het laatste deel geheel van het toneel verdwenen was: G.M. stond er voor 't eerst echt alleen voor, maar heeft het glansrijk volbracht.