De man en vrouw op de foto hiernaast zijn de grootouders van Geerten Meijsing aan vaderskant. Josephus David Meijsing, zoon van Johannes Cornelis Meijsing en Charlotte Schuurman Stokhoven, werd geboren in Leiden op 20 september 1877. Hij trouwde op 6 september 1911 in ’s-Gravenhage met Antonia Maria Wilhelmina Vrouwenvelder, geboren in ’s-Gravenhage op 9 november 1882 als dochter van Hendrikus Johannes Vrouwenvelder en Antonia Maria Teeuwisse. Josephus David Meijsing was bouwkundig tekenaar, ingenieur en architect. Geerten Meijsings vader, Josephus Nicolaas Meijsing (’s-Hertogenbosch, 7 juli 1920 – Haarlem, 23 juni 2004), was de zesde van acht kinderen. Grootvader Meijsing overleed op 6 september 1968, zijn vrouw op 8 april 1962, beiden in ’s-Hertogenbosch.
Dit zijn de gegevens zoals ze te vinden zijn op de website van de stamboom van de familie Vrouwenvelder(http://www.vrouwenvelder.org/Stamboom/10aaaagahf5.htm). Naast de foto hierboven zijn er nog meer foto’s op te vinden van directe familieleden van Geerten Meijsing, onder andere van zijn vader en van zijn zus Doeschka. Sowieso wordt aan die twee personen veel aandacht besteed, met teksten over vader Meijsings afscheid als gemeentesecretaris van Haarlem en uitgebreide informatie over Doeschka Meijsing, inclusief een interview met Arjan Peters en een artikel over De weg naar Caviano. Weliswaar wordt van het echtpaar Meijsing-Vrouwenvelder gezegd dat zij de grootouders zijn van “de bekende auteurs Doeschka en Geerten Meijsing”, maar daarna gaat het alleen nog maar over de Beroemde Zuster.
Ook nog interessant is ten slotte de afbeelding van de overlijdensadvertentie van Jacobus (Nico) Meijsing, geboren in ’s-Hertogenbosch in 1917. Hij is het model voor een van de ooms aan het begin van ‘Quick-step’ uit Veranderlijk en wisselvallig, de “oudere broer van mijn vader”, “celibatair en bijna religieus”. Aan hem zal zijn neef Geerten in 1995 De ongeschreven leer opdragen.
Jack van der Weide
Zo, dus in dit soort archiefmateriaal is Geerten niet alleen de broer, maar ook nog eens de zóón 'van'... Onbegrijpelijk. Laten we hopen dat hij het later niet zal hoeven doen met een variant op het treurigste grafschrift op aarde: 'Hic iacet filius Goethi'(Hier ligt de zoon van Goethe)!
BeantwoordenVerwijderenHelemaal mee eens, Jan-Paul. Ooit heb ik de Schrijver het proustiaanse "Ce sont nos passions qui esquissent nos livres" als grafschrift voorgesteld.
BeantwoordenVerwijderenNiet alleen De Leer, maar ook het gave, pre-erwinistische verhaal 'De tijd, de namen en de dingen' is trouwens aan deze Nico M(eijsing) "in aanbidding en verering" (mede)opgedragen; de andere persoon was Martha M(ooy).