Het slothoofdstuk van Malocchio. Erik Provenier loopt voor een laatste keer door zijn huis:
“Nog één kamer en we zijn klaar: mijn studeerkamer. […] Van wat er aan de muur gehangen had weet ik alleen nog […] een poster voor een optreden van mij in O42 te Nijmegen, waarop Laura met de hand een afspraak had bedongen” (p. 264).
Genoemde poster, hiernaast afgebeeld, vormt een trait d'union met een eerder album in ‘De avonturen van Provenier’, De grachtengordel. Op de laatste pagina’s van dat boek staat het bewuste optreden beschreven:
“Als een laatste concessie aan zijn uitgever had hij nog toegestemd in een optreden te O'42 in Nijmegen. […] Maar deze avond verliep alles voortreffelijk, toen hij zich eindelijk voor het voetlicht had laten tronen: er was een intelligente gespreksleider die doorkneed was in zijn werk, zelf was hij buitengewoon op dreef nu hij niets meer te winnen of te verliezen had - nog nooit had hij zo'n volle, enthousiaste zaal gehad. Nijmegen had prettig publiek; in deze zelfde zaal had hij een keer een voortreffelijk concert van het Lauweren 4-tet bijgewoond. […] Iemand was blijven zitten in het midden tussen de verder verlaten stoelen, hij zag alleen haar silhouet. […] Zij had op hem zitten wachten; zij was naar hem komen kijken, zoals hij ooit naar haar was komen kijken, helemaal in Nijmegen, in dezelfde zaal: omarmend rijm. Het wàs Laura” (pp. 346-347).
O42, inmiddels al zo’n tien jaar ter ziele, was in Nijmegen een podium voor onder andere muziek, theater en gesproken woord. Het Nijmeegse Literair Café organiseerde er in de jaren tachtig vrijwel elke maand een avond rond een schrijver, dichter of vertaler. GM had al in april 1988 toegezegd op 21 mei te zullen komen en hield woord – ondanks de hem kort daarvoor toegekende AKO-prijs. Het was inderdaad een memorabele avond, voor de schrijver niet minder dan voor de interviewer.
Jack van der Weide
Geen opmerkingen:
Een reactie posten