‘De meeste mensen kenden mij, omdat ik in
de winter soms de muziek verzorgd had. Vroege Rolling Stones, soul van Ike
Turner tot Bonnie Rait, tussendoor wat Traffic en Grateful Dead, de Pixies en
Dead Kennedy’s, meestal eindigde ik met de Smashing Pumpkins om de meisjes op
de tafel te krijgen. […] Om een door de zon bijna ondergesneeuwde behoefte van
mij te bevredigen, draaide ik soms een nummer van Boudewijn de Groot, en veel
Outsiders’.
Aan de hand van alleen al dit citaat valt
een flink artikel te schrijven. Denk ik aan Meijsing en Traffic, dan denk ik aan Eefje Wijnberg, die in Een meisjesleven Stevie Winwood
omschrijft als ‘een verlegen schooljongetje, dat op zijn gitaartje tot het
laatste moment voor het concert grepen oefende en accoorden zocht’. Denk ik aan
Meijsing en de Outsiders, dan denk ik aan Lily uit Dood meisje, wier vader ‘VET’ gitaar speelde: ‘Wel eens van de Outsiders gehoord?’ Denk ik aan Meijsing
en Boudewijn de Groot, dan denk ik onder meer aan Erwin die bij het vermaken
van zijn bezittingen zegt: ‘Verder niets, er zijn alleen nog een paar dingen
die ik voor mezelf houd omdat jullie er toch niets mee zouden kunnen beginnen:
dat zijn mijn herinneringen aan de weinige momenten dat ik een beetje gelukkig
was’ – een vrijwel niet te missen verwijzing naar het nummer Testament. En
denk ik aan Meijsing en de Rolling Stones, dan denk ik aan Joyce & Co in
het algemeen en bij voorbeeld aan een opmerking van de schrijver ‘dat in Erwin van blz. 201 t/m 215 de bijna
complete songteksten van de Rolling Stones zijn verwerkt’. Zoals ik al ooit
eerder heb betoogd: Meijsings opmerking zal ongetwijfeld overdreven zijn, maar
ook iemand die niet vertrouwd is met het oeuvre van de Stones zullen in de
genoemde pagina’s enigszins gewrongen zinnen opvallen als ‘Sinds ik jong was,
moet u weten, was ik erg moeilijk te behagen en ik heb nooit een onderscheid
tussen goed en kwaad gekend’ (Sitting on a Fence : Since I was young I've been very hard to please / And I don’t know
wrong from right); en ‘Ze zei, liefje, mijn borsten zijn altijd open, je
kunt je vermoeide hoofd er zo op laten rusten’ (Let it Bleed: She said my breasts, they will always be
open / You can rest your weary head right on me).
Maar dan bands als Pixies, Dead Kennedys
en The Smashing Pumpkins. Voor buitenstaanders drie bakken herrie, maar het
ligt iets genuanceerder. Aan de Dead Kennedys hoeven de minste woorden vuil te
worden gemaakt: de muziek stelt weinig voor en er is bij mijn weten geen ander verband
met het werk van Meijsing. Heel wat intelligenter is het oeuvre van de Pixies,
dat via Nirvana ook van grote invloed is geweest op de ontwikkelingen binnen de
popmuziek van de laatste twintig jaar – maar dit terzijde. De enige (magere)
link met Meijsing is een verwijzing in Tussen
mes en keel naar The Breeders, een band die mede werd opgericht door bassiste
Kim Deal van de Pixies. Voor misschien wel de interessantste naam van de trits,
The Smashing Pumpkins, moeten we ten slotte opnieuw teruggaan naar Dood meisje, dat opent met motto dat
ontleend is aan hun nummers Ava Adore: You will always be my whore / it’s you that I adore. De betekenis
van dit motto voor de roman is weer een ander verhaal. Wie meer wil weten kan hier
het lemma over Dood meisjes in het Lexicon van Literair Werken op naslaan.
Jack van der Weide
http://www.youtube.com/watch?v=9uWwvQKGjLI
BeantwoordenVerwijderen