dinsdag 29 maart 2011

DE HANDGESCHREVEN LEER


Hierboven een 'bureaulandschap'. Geerten Meijsing fotografeerde onder deze noemer door de jaren heen zijn verschillende werktafels, daarmee een visueel logboek aanleggend van de ontstaansgeschiedenis van zijn boeken. In dit landschap staat centraal het cahier waarin hij schreef aan De ongeschreven leer. Er werd nog met vulpen (van het merk Waterman) geschreven. De ansichtkaart stelt de archeoloog en kunsthistoricus J.J. Winckelmann voor tegen de achtergrond van de Golfo di Napoli, en werd gestuurd door Boudewijn van Houten. Rechts ervan een asbakje met gouden Cupidootje, een handgemaakt 'liefdesgeschenk' van Meijsings toenmalige vriendin, die prominent in Tussen mes en keel figureert als Amintha. De foto dateert naar schatting uit 1992.

Rectificatie:

Beste JP,

Op de foto waar we het over hadden van het bureau, ligt toch mijn dagboek opengeslagen. Het zwarte boekje rechts is een aanteken- cq werkboekje. Interessant is nog, leunende tegen het houten pennendoosje, de glazen presse-papier met het wapen van Rolfe, uit de collectie Weeks.
Het is niet anders.
Enthousiasmerend je even gesproken te hebben.

G.

7 opmerkingen:

  1. Geerten Meijsing30 maart 2011 om 15:12

    Met excuses aan Boudewijn: de prentbriefkaart is een portret van Karl Friedrich Schinkel in de Baai van Napels. Over deze beroemde architect en decorbouwer heeft Boudewijn mij ook nog een fijn boekje geschonken.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. maartendieben@gmail.com30 maart 2011 om 16:01

    Mogen we ook weten WAAR de foto van dit 'bureaulandschap' genomen is? De ramen (het 'hang-en sluitwerk') zien er nogal krakkemikkig uit.
    En tweede vraag: als onze schrijver zo verwend is door het Fonds van de Letteren, zoals laatst gesuggereerd in een tendentieus stukje in de NRC, die wij ook hier in Münster lezen, moeten we ons hem dan voorstellen als een overjarige dandy die in weelde leeft, of zijn zijn huidige omstandigheden zo precair, dat er een Steunfonds nodig is? Is hij kortom een perfecte samensmelting van Gissing en Rolfe (de laatste een ordinaire oplichter en de eerste lang niet zo arm als hij zich vaak voordeed)? Als ik niet toevallig dit blog gevonden had, zou ik denken dat hij getroffen is door de damnatio memoriae (vooral door toedoen van de NRC), en totaal vergeten is; en dat hij doorgaans in een gekkenhuis verkeert, kortom, dezelfde kant van de betreurde Keith is opgegaan?

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Beste Maarten Dieben, de foto is genomen in Arsina, een frazione van Lucca, waar Meijsing lange jaren woonde. Wat betreft uw andere vragen: van een ondersteuning door het Fonds is al geruime tijd geen sprake meer. Uw voorstelling van zaken is overigens wel enigszins (zwart)romantisch. Meijsing is een ooit gelauwerd en nu ondergewaardeerd vakman die met alle mogelijke middelen tegen het gekeerde tij probeert op te boksen. De steun van de Vrienden van de Vorm, waarop u doelt, is daarbij meer dan welkom, nemen we aan.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Geachte Maarten Dieben,

    Kunt u mij ook zeggen WANNEER dat tendentieuze stuk in de voormalige Kwakra heeft gestaan, want ik kan het niet terugvinden? Of doelt u wellicht op de al even onbetrouwbare berichtgeving omtrent 'Verwende schrijvers' in de Elsevier van zo'n twee weken geleden? Ik hoor graag.

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Ik kan niet anders dan concluderen dat een dergelijk, bevooroordeeld artikel in elk geval niet in de NRC heeft gestaan.

    BeantwoordenVerwijderen
  6. @Taco de Kort:

    Toch wel!
    Op 24 december 2010 12:12 reageerde C.O. de Raaff op het bericht "10.000" als volgt:

    "Nadat gisteren voor de zoveelste keer gebleken is, dat aan de lastercampagne jegens Geerten Meijsing hier te lande geen einde lijkt te komen - op basis van zijn stuk in Tirade over Keith Snell werd hij in de 'kwakra' geheel ten onrechte beticht van "íjdeltuiterij" - verdient hij m.i. meer dan ooit onze morele steun [...]"

    BeantwoordenVerwijderen
  7. Dat het NRC onze Schrijver niet volledig uit haar kolommen heeft gebannen, moge blijken uit een recente bespreking (d.d. 31 maart 2011) van de opnieuw uitgegeven vertaling van J.-K. Huysmans' 'bijbel van de decadentie' A rebours door Arnold Heumakers: "Naast Siebelink was het vooral Geerten Meijsing, toen nog opererend onder het pseudoniem Joyce & Co, die zich als decadent auteur presenteerde; zijn eerste roman Erwin (1974) was in feite één langgerekte hommage aan Huysmans' meesterwerk."

    BeantwoordenVerwijderen